Het woord ‘fascisme’ roept vaak beelden op van uniformen, vlaggen en marcherende menigten. Maar het fascisme komt ook veel subtielere manieren in de samenleving terug.
Fascistische denkbeelden zien we steeds vaker in populaire opvattingen terug, ook in het klaslokaal. Vaak als gevolg van culturele invloeden, algoritmes op social media, en de behoefte aan stabiliteit in een onzekere wereld. Maar over welke denkbeelden hebben we het dan?
Wat is fascisme?
Fascisme is een manier van denken waarbij één leider of groep alle macht wil hebben. Ongelijkheid tussen mensen wordt normaal gevonden, geweld wordt goedgepraat en kritiek wordt gezien als gevaarlijk. De politiek filosoof Jason Stanley schreef er een boek over, waarin hij verschillende fascistische denkbeelden in een draaiboek samenbracht.
Bekijk de 10 belangrijkste fascistische denkbeelden hieronder. Verschillende denkbeelden kunnen ook in andere politieke stromingen terugkomen, maar alleen in het fascisme zijn ze allemaal samen terug te vinden. Welke denkbeelden hoor jij weleens voorbijkomen?
HET FASCISTISCHE DRAAIBOEK
1. Een verzonnen, glorierijk verleden
Fascisten zeggen dat het vroeger beter was en dat het land terug moet naar die tijd. Dat verleden wordt mooier voorgesteld dan het echt was, om mensen enthousiast te maken voor hun plannen.
2. Vijandbeelden en propaganda
Er worden groepen aangewezen die zogenaamd de schuld hebben van problemen in het land. Vaak zijn dit minderheden, zoals asielzoekers. Met posters, slogans en social media wordt dit verhaal steeds herhaald.
3. Aanval op kritische denkers
Journalisten, wetenschappers en kunstenaars die kritisch zijn, worden weggezet als onbetrouwbaar of onderdeel van een complot. Onafhankelijke media en scholen worden onder druk gezet.
4. Grote leugens
Er worden extreem overdreven of verzonnen verhalen verteld. Ze zijn zo groot dat sommige mensen denken: ‘Er zal wel iets van waar zijn.’ Complottheorieën spelen hierin een grote rol.
5. Ongelijkheid tussen mensen wordt normaal
Niet iedereen wordt als evenveel waard gezien. Mensen worden beoordeeld op wie ze zijn in plaats van wat ze doen. Gelijke rechten worden verdacht gemaakt.
6. De ‘eigen groep’ als slachtoffer
De leider zegt dat “ons volk” wordt bedreigd door anderen. Daardoor lijkt hard optreden logisch en zelfs nodig, ook als dat geweld of onderdrukking betekent.
7. Angst voor gender- en rolveranderingen
Traditionele ideeën over mannen en vrouwen worden als de enige juiste gezien. Veranderingen, zoals genderdiversiteit of LHBTQIA+-rechten, worden neergezet als een gevaar.
8. Hardwerkende mensen tegenover ‘profiteurs’
Sommige groepen worden afgeschilderd als lui of nutteloos, bijvoorbeeld mensen met een uitkering, vluchtelingen of intellectuelen. Zij zouden misbruik maken van de samenleving.
9. Stad tegen platteland
Mensen in steden worden gezien als verdorven of elitair, terwijl het platteland wordt voorgesteld als puur en eerlijk. Zo worden groepen tegen elkaar opgezet.
10. De rechtsstaat wordt ondermijnd
De leider plaatst zichzelf boven de wet. Vrienden worden beschermd, tegenstanders gestraft. De democratie blijft misschien bestaan, maar werkt steeds minder eerlijk.