Na de Tweede Wereldoorlog was Europa totaal ontwricht. Van de vooroorlogse economie was weinig meer over, en er was voor vele burgers gebrek aan alles. In nauwe samenwerking met andere landen werd Nederland in de decennia na de oorlog beetje bij beetje weer opgebouwd. Inmiddels is Nederland weer een welvarend land en een sterke consumptiemaatschappij. Toch nemen de zorgen over armoede in Nederland in het afgelopen jaar weer flink toe.
De dagelijkse boodschappen worden met de dag duurder, en steeds meer mensen hebben moeite om hun energierekening te betalen. Geldzorgen zijn voor steeds meer mensen een alledaagse werkelijkheid, die de individuele vrijheid inperkt. Hoewel in het Kinderrechtenverdrag staat dat ieder kind en iedere jongere recht heeft op een eerlijke en gelijke kans in het leven, leeft volgens het Armoedefonds één op de dertien kinderen in Nederland in armoede. Het niet vrij kunnen zijn van armoede maakt het moeilijk om je echt vrij te voelen en te kunnen doen en laten wat je wilt, zoals het volgen van een opleiding of op vakantie gaan. Daarnaast hebben jongeren die opgegroeid zijn in kansarmere wijken een kleinere kans om door te stromen naar het hoger onderwijs dan andere leeftijdsgenootjes. Hierdoor krijgt een te grote groep jongeren nooit de kans om hun talenten volledig te ontwikkelen en is het niet vrij zijn van armoede zichtbaar in het Nederlandse onderwijs.
De gevolgen van ‘fast fashion’
Zoals in Nederland de kansenongelijkheid en armoede vooral in de laatste jaren weer toenemen, is dat over de hele wereld al decennialang het geval. Met de komst van online shopping kunnen vele mensen tegenwoordig vanuit hun luie stoel producten van over de hele wereld bestellen. Bevalt het je niet meer, dan koop je wat nieuws. Veel van deze producten worden gemaakt in landen ver buiten Europa, waar al vanaf jonge leeftijd voor een paar cent per dag hard en lang moet worden gewerkt. Er zijn fabrieken waar mensen zes dagen per week, twaalf uur per dag, voor zo’n twintig cent per uur werken. Ook is de kans op onveilige situaties, zoals brandgevaar en het gebruik van gevaarlijke stoffen, groot in de kledingindustrie. Doordat veel mensen goedkope kleding willen, wordt in stand gehouden dat mensen in arme landen deze kleding onder slechte omstandigheden moeten maken. Met het duurzaamheidsaspect dat ook aan deze situatie hangt, is het voor vele jongeren een zeer actueel en relevant thema om een kritisch gesprek over te voeren. Het is daarmee een zeer interessant onderwerp om in de klas mee aan de slag te gaan.
Ik ben veel met mode en kleding bezig, maar ik wil niet dat iemand anders narigheid heeft omdat ik te goedkope kleding heb gekocht...
Ik vind het echt te ver gaan om steeds te moeten controleren waar een kledingstuk is gemaakt of waar het vandaan komt. Je kan wel bezig blijven…
Als je goedkope kleding uit lagelonenlanden koopt, ben je dan ook deels verantwoordelijk voor de slechte omstandigheden daar? Kun je er eigenlijk wel wat aan doen? In de Four Freedoms-module over het vrij zijn van armoede geven verschillende jongeren hun mening over dit lastige dilemma.
Ga na het bekijken van de video met je klasgenoten in gesprek.