Om de samenleving te kunnen begrijpen is het belangrijk om te snappen waarom men herdenkt en viert. Met herdenken wordt uitdrukking gegeven aan een geschiedenis die mensen met elkaar delen en aan waarden zoals rechtvaardigheid, vrijheid en democratie. Op welke manier kunnen jongeren betrokken worden bij herdenken?
Betrokkenheid en twijfel
Herdenken kan op een onverminderd groot draagvlak rekenen. Acht op de tien personen zegt in diverse onderzoeken, waaronder het Nationaal Vrijheidsonderzoek dat ieder jaar wordt uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, op 4 mei twee minuten stil te zijn. Niet alleen volwassenen, maar ook jongeren. Toch maken diezelfde volwassenen zich al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zorgen over de betrokkenheid van jongeren bij herdenkingen. Elk decennium slaat de vertwijfeling bij volwassenen toe: vergeten jongeren de geschiedenis niet? Hoe kunnen jongeren bij het herdenken betrokken worden? Wat willen ze herdenken, en hoe? Uit een langlopend onderzoek naar rituelen van Bertine Mitima-Verloop (Constant en in beweging, 2020) kwamen zes tips naar voren hoe jongeren bij een herdenking betrokken kunnen worden.
1. Traditie
Zorg voor herkenbare rituelen, zoals twee minuten stilte of het zingen van het volkslied. Onderschat de waarde van traditie niet.
Jongeren zien net als volwassenen de kracht van traditie. Jaarlijks terugkerende momenten van betekenis geven ook hen houvast. Jongeren vinden het belangrijk dat daarbij herkenbare rituelen zoals de twee minuten stilte, het leggen van een bloemenkrans of het zingen van het Wilhelmus terugkomen. Kijk of het mogelijk is om een jaarlijks terugkerend herdenkingsmoment in de klas terug te laten komen. Daag jongeren uit om na te denken over rituelen door hen nieuwe rituelen te laten bedenken.
2. Begrijpelijkheid
Jongeren willen begrijpen wat ze doen, dus leg de betekenis van een ritueel uit. Zorg ook dat de context van wie en wat herdacht wordt duidelijk is.
Ga er niet klakkeloos vanuit dat elke jongere de rituelen wel begrijpt. Met name voor jongeren, een nieuw publiek, moeten de uitgevoerde rituelen begrijpelijk worden gemaakt. Het is daarom goed om in de klas de betekenis van een ritueel uit te leggen: wie of wat wordt herdacht en waarom? Wat is de betekenis van 2 minuten stilte, het Wilhelmus en de kranslegging? Vooral als er nieuwe rituelen worden geïntroduceerd is het cruciaal om daar uitleg over te geven. Laat voorbeelden van rituelen zien en vraag jongeren wat ze daarvan vinden en leg uit waarom juist deze vormen zijn gekozen. Als jongeren de rituelen begrijpen, waarderen ze de herdenking meer. Probeer daarom met het uitleggen van voor hen bekende voorbeelden aan te sluiten bij de belevingswereld van de jongere.
3. Invoelbaar
Breng het thema oorlog dichterbij de belevingswereld van de jongere. Bijvoorbeeld door een persoonlijk verhaal over oorlog of door het bijwonen van een herdenking.
Oorlog en vrede, vrijheid en onvrijheid zijn grote, abstracte begrippen die voor jongeren duidelijker kunnen worden als ze hen persoonlijk raken, of als ze een voorbeeld krijgen uit hun eigen belevingswereld. Dat kan bijvoorbeeld door ze kennis te laten maken met een persoonlijk verhaal van iemand die in de oorlog net zo oud was als zij nu, of door in gesprek te gaan met veteranen of jongeren uit een recent conflictgebied. Kijk of het bijvoorbeeld mogelijk is om een gastspreker in de les uit te nodigen, of laat een klas onderzoek doen naar historische personen die behoren tot een van de groepen die op 4 mei herdacht wordt. Een andere mogelijkheid is om leerlingen zelf personen te laten kiezen die ze willen herdenken (en waarbij ze aangeven waarom ze dat willen). Hier zouden de ‘2 minutenverhalen’ van het Nationaal Comité 4 en 5 mei ter inspiratie voor gebruikt kunnen worden. Ook kan het interessant zijn om met de klas een herdenking bij te wonen. Kijk voor de dichtstbijzijnde herdenking naar de online Herdenkingskaart op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
4. Samen
Bedenk de invulling van een herdenking mét jongeren, niet voor jongeren. Vraag hen wat ze mooi en belangrijk vinden bij het herdenken.
Wanneer jongeren betrokken worden bij een herdenking is het belangrijk de invulling daarvan samen met jongeren te bedenken. Dus niet iets voor, maar met jongeren te doen. Vraag daarom in de klas aan de jongeren wat ze zelf belangrijk vinden in het herdenken en geef hen een wezenlijke rol in het bedenken en uitvoeren van de herdenking. Door er een project van te maken voelen jongeren zich extra betrokken en verantwoordelijk. Zo is het mogelijk om als school een herdenkingsmoment in de buurt te adopteren via ‘Adopteer een monument’, initiatief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Bij dit geadopteerde monument kunnen jaarlijks bloemen gelegd worden, wat weer meehelpt in het creëren van een ritueel.
5. Ouders
Stimuleer ouders om samen met hun kinderen naar een herdenking te gaan, of stel dit in de klas aan de leerling voor. Hierdoor neemt de betrokkenheid van jongeren toe.
De meeste jongeren herdenken samen met hun ouders (60 procent) of grootouders (10 procent). Het voordoen van rituelen door ouders en grootouders is een niet te onderschatten manier van leren voor jongeren. Als jongeren herdenken van familieleden meekrijgen, is de kans groot dat wanneer zij zelf kinderen hebben, ze dit ook weer samen met hun kinderen doen. Stimuleer jongeren in de klas daarom om op 4 mei hun ouders te vragen om samen naar een herdenking in de buurt te gaan.
6. Plechtig
Zorg voor een waardige en plechtige sfeer tijdens de herdenking. Jongeren verwachten dit.
Net als ouderen waarderen jongeren het als er een waardige en plechtige sfeer is tijdens de herdenking. Sterker, jongeren verwachten dit ook. Voor hen hoeft het niet ‘opgeleukt’ te worden. Zij willen net als ouderen juist hun respect tonen aan de slachtoffers. Ga in de klas het gesprek aan over wat zij onder respect verstaan, hoe dit getoond kan worden en wat volgens hen de gedragsregels zijn tijdens een herdenking. De inzichten uit dit gesprek kunnen weer meegenomen worden wanneer jongeren een herdenking bij gaan wonen.