In beweging zetten
Scholen mogen naar eigen inzicht hun burgerschapsonderwijs vormgeven en ontwikkelen. Dat is mooi, maar tegelijk ook niet zo eenvoudig, want welke keuzes maak je voor dit vak en hoe zorg je met beperkte middelen en menskracht voor invulling van hoge kwaliteit? Nationale herinneringscentra van de Tweede Wereldoorlog zijn hier druk mee bezig. Met nieuwe educatieve programma’s zoeken ze aansluiting bij de opdracht om in burgerschapsonderwijs kennis over te dragen over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Hoe doen ze dat?
Verbinding
Het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam richt zich op leerlingen van 10 tot 15 jaar. Voor hen werd een online leeromgeving ontwikkeld, Wordt gemist, die gekoppeld is aan het digitale Joods Monument. Dit is een database met namen van 104.000 Joden die in de Holocaust vanuit Nederland zijn gedeporteerd en vermoord. Alle slachtoffers hebben een persoonlijke pagina. Inger Schaap, projectmedewerker educatie, legt uit dat het monument laat zien dat slachtoffers van de Holocaust uit alle hoeken van Nederland kwamen en dat ze alle leeftijden hadden. Binnen Wordt gemist zoeken leerlingen een leeftijdsgenoot uit hun eigen buurt op. Schaap: “Dit programma is opgebouwd uit verschillende stappen: ‘zoek, verbind en herdenk’. Door vragen te stellen over de opgezochte persoon maken leerlingen kennis met een levensgeschiedenis. We weten dat het verhaal meer indruk maakt als er enige overeenkomsten zijn met een persoon, zoals leeftijd of woonplaats. Vervolgens kan de school op de website een herdenkingspagina aanmaken. Dan staat er bijvoorbeeld ‘Felicie Leonie van der Lijn wordt herdacht door H3c van het Farel College in Amersfoort’. Mijn overtuiging is dat je moet nadenken over het afgebroken leven en hoe het zover heeft kunnen komen. Om docenten te ontzorgen hebben we flexibele modules ontworpen, bijvoorbeeld met verhalen over voorwerpen die een relatie hebben met de Joodse cultuur en religie.”
Speciale werkvormen
De studenten stappen door het prikkeldraad het kampterrein van Nationaal Monument Kamp Vught op, zoals gevangenen dat in 1943 en 1944 deden, met aan weerszijden de hoge wachttorens. Cecile Post, educatief medewerker, vertelt dat die passage veel indruk maakt, net als de fusilladeplaats, de bunker en tentoongestelde bekladde panelen. Sinds burgerschap bij alle mbo-opleidingen een vast onderdeel is, ontvangt Kamp Vught veel mbo-studenten. Als voorbereiding doen ze de digitale les Plekken met een verhaal, die Post en haar collega’s van NMKV ontwikkelden. Ook maakten ze werkvormen die bij beroepsgerichte opleidingen aansluiten. Met het nabij gevestigde Koning Willem I College in Den Bosch, waar 30.000 studenten staan ingeschreven, is een warme relatie ontstaan. Elk jaar in december besteedt de school aandacht aan de Universele Verklaring van de Rechten van de mens door activiteiten te organiseren in het herinneringscentrum. Post: “Elke aanpassing in het educatieve programma gebeurt in samenspraak met de docenten, want zij kennen de studenten het best. De vakopleidingen zijn natuurlijk ook allemaal verschillend. Onze expertises versterken elkaar. Onlangs hebben we het omstanderperspectief nadrukkelijker in het programma verwerkt. Dan krijgen studenten dilemma’s voorgelegd van mensen die het zagen gebeuren, maar die niet echt een actieve rol hadden. Hoe hebben zij de Tweede Wereldoorlog beleefd? Hoe dachten zij over het kamp, wat wisten ze ervan? Ook besteden we in de rondleiding meer aandacht aan leren luisteren en doorvragen, bijvoorbeeld aan de vraag: Waarom zou iemand dat gedaan hebben? Of waarom heeft iemand niet ingegrepen?
Koppeling
Kamp Westerbork was een doorgangskamp en daarnaast een gevangenis waar mensen soms wel een jaar verbleven. Gevangenen werden aan het werk gezet, in het ziekenhuis, in de keukens of bij boerderijen in de omgeving van het kamp. Timmerlieden en schilders fietsten ’s ochtends het kamp in en gingen om vijf uur weer naar huis. Jonge Nederlandse marechaussees bewaakten het kamp. Veel van hen werden op zeker moment voor de keuze gesteld: smokkel je een briefje van een gevangene in je gereedschapskist naar buiten? Mbo-studenten die Kamp Westerbork bezoeken volgen een programma waarin een persoonlijk verhaal van iemand met hetzelfde beroep centraal staat, op de historische plek waar diegene zich bevond. Christel Tijenk, hoofd Educatie, vertelt aan studenten van agrarische opleidingen bijvoorbeeld de geschiedenis van een boer: hij ontdekte twee Joodse werkneemsters op zijn hooizolder en besloot dit aan de kampleiding te melden. De meisjes werden opgepakt en meteen op transport naar Auschwitz gesteld. Tijenk zegt dat het verhaal tot een gesprek leidt, over het perspectief, de keuzes en de consequenties.
Rol burgerschap
Tijenk vervolgt: “Voor studenten is het belangrijk dat ze in een veilige setting hun eigen stem kunnen laten horen, over wat een verhaal met hen te maken heeft.” Schaap zegt dat het herdenken van de Tweede Wereldoorlog op zichzelf een van de burgerschapsdoelen is, maar dat voor haar reflectie voorop staat: “Het nadenken over je eigen rol in de maatschappij, je verhouden tot de geschiedenis en het begrijpen en gebruiken van bronnen horen bij burgerschap. We zien dat scholen die bij ons langskomen vaak ook Stolpersteine leggen of monumenten adopteren.” Anouk van Butzelaar is docent burgerschap bij de afdeling Academie Orde en Veiligheid en schoolopleider van leraren in opleiding bij de MBO Opleidingsschool ’s Hertogenbosch het Koning Willem I College. Ze geeft twee uur per week burgerschap aan alle groepen en bezoekt met hen Kamp Vught. Relatieve weerstand verdwijnt zodra de studenten daar binnenkomen, vertelt ze. Bij de fusilladeplaats is de verontwaardiging groot, over met teer bekladde panelen met namen van slachtoffers. Van Butzelaar zegt dat studenten letterlijk in beweging gezet worden door de beladen plek: “De studenten dragen vanwege hun vak een uniform en ervaren in het kamp dat ze daarmee iets uitstralen. Zien jullie wat het wegvallen van de rechtsstaat teweeg kan brengen, vraag ik ze. Bij een dilemmagame ontstaan inzichten over uitsluiting en discriminatie, waarmee ze hun eigen ervaringen bespreken. Voor studenten met Indische of Molukse roots heeft de plek nog een andere betekenis, want hun opa’s en oma’s werden daar begin jaren 50 gehuisvest. Ze krijgen daardoor ook meer begrip voor elkaars afkomst. Ik gebruik het bezoek aan Kamp Vught ook om ze bewust te maken van systemen: bijvoorbeeld het inzicht dat wij-zij-denken kan leiden tot etnisch profileren. Dat is voor handhavers in spe een eyeopener. Ik spiegel ze een daderperspectief voor, met Vught en Srebrenica als voorbeelden. Het ontwikkelen van kritische denkvaardigheden is bij ons een expliciet doel van burgerschapsonderwijs.”
Educatieve aanpak
Van Butzelaar noemt Kamp Vught ‘het ideale instapmodel’ voor burgerschapsonderwijs: “De digitale les Plekken met een verhaal biedt studenten een laagdrempelige kennismaking met de thematiek en geeft handvatten aan de docent die burgerschap moet geven. Vervolgens zorgt een bezoek aan het herinneringscentrum ervoor dat docenten het gesprek kunnen aangaan over thema’s als gelijke behandeling, het verbod op discriminatie, vrijheid van meningsuiting en nog een hele rits daarmee samenhangende onderwerpen als respect voor elkaar, de democratie en de rechtsstaat, en de andere mooie vrijheden die wij hebben.” Hiermee draagt een bezoek aan een van deze bijzondere plekken bij aan de invulling van burgerschapsonderwijs.