Wat je van graffitikunst kunt leren

Larissa Pans | 25 maart 2022

Op welke manier kan je graffitikunst gebruiken in de lessen burgerschap of maatschappijleer?

“Laten we elkaar ontmoeten onder de Anne Frank-graffiti in Amsterdam-Noord”

stelt street-artgids en webredacteur van het graffitimuseum STRAAT Alex Pope voor. Het is een grauwe dag gevuld met regen. De lucht is grijs, het IJ neemt dezelfde kleur aan. Als de pont aanmeert dicht bij de NDSM-werf is vanaf de boot al een kleurenexplosie te zien. Op het terrein van de werf rijst een reusachtige (240 vierkante meter) Anne Frank in felle kleuren op. Tegengif voor alle grijsheid. Het graffiti-kunstwerk is gemaakt in 2016 door de Braziliaanse graffiti-kunstenaar Eduardo Kobra en is getiteld Let me be myself.

Het street-artmuseum STRAAT opende nog in coronatijd – eind 2020 –, inmiddels lopen er naast individuele bezoekers ook alweer regelmatig groepen scholieren rond. De educatieve doelgroep is divers: zowel leerlingen uit het voortgezet onderwijs als studenten mbo en hbo melden zich. “Het begint nu aardig op gang te komen, er komen veel schoolklassen langs”, vertelt Pope. “Meestal bovenbouwleerlingen, dan wordt een bezoek aan ons museum gekoppeld aan een CKV-opdracht. Leerlingen krijgen een hoop aangereikt over de geschiedenis van de cultuur, ook een thema als: wie zijn de poortwachters in het culturele veld? We vertellen ze over de rol van musea en galerieën. Het meest waardevolle vind ik als scholieren na hun bezoek met een hernieuwde blik kijken naar de publieke ruimte.” Op maat gemaakte rondleidingen zijn er eveneens, zo komen binnenkort de studenten van een vormgeversopleiding langs en krijgen zij een tour gericht op de verschillende soorten typografie in street-artkunstwerken. Pope verzorgt ook buitentours met Alltournative, dat trekt naast Nederlanders ook een internationaal publiek. Pope: “Scholen uit Zweden, Denemarken, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten komen langs voor rondleidingen door Amsterdam, die groepen zullen ook hun weg naar STRAAT vinden.”

Walhalla

Alex Pope is een enthousiasmerende dertiger – zijn illustere achternaam dankt hij aan zijn Canadese vader – die opgroeide in Amsterdam, vlak bij het Waterlooplein. “Er was daar een stukje plein waar graffiti-artiesten zich manifesteerden. Als jochie was ik er al door gefascineerd en ging ik met mijn vader ‘kleurtjes kijken’. Als tiener was ik ook met spuitbussen in de weer op straat.” Amsterdam-Noord geldt inmiddels als het walhalla van de graffiti. Want buiten en binnen is de NDSM-werf het thuis van graffitkunstwerken, stencilkunst en installaties. Straatkunst is al decennia populair, graffitikunst wordt als kunstvorm inmiddels al langere tijd serieus genomen. Afgelopen voorjaar werd op een veiling nog een recordbedrag van 20 miljoen euro betaald voor een kunstwerk van graffiti-artiest Banksy.

Totale artistieke vrijheid

In de oude lasloods is museum STRAAT met 150 graffiti-kunstwerken en installaties gehuisvest: een hoge ruimte waar kleurige panelen staan en hangen en waar de bezoeker vlak bij elk kunstwerk kan komen. Hier geen glazen vitrines of koorden, wie wil kan er met zijn neus bovenop staan. “De kunstwerken zijn gemaakt in opdracht van het museum, maar zonder enige restrictie of instructie”, zegt Pope nadrukkelijk. “De kunstenaars kregen totale artistieke vrijheid. Zie dit museum ook als een soort stad, met muren, een centraal plein en sluiproutes. Bordjes bij de kunstwerken geven keurig uitleg over termen als tags, throwups en characters. De gids staat even stil bij een graffitiwerk midden in de ruimte: het is een jongen achter prikkeldraad met een band geschilderd voor zijn ogen. “Dit is geïnspireerd op een beroemde foto van een Syrische vluchteling. Je ziet zoveel ellende, de band voor de ogen kan van kleur veranderen door een ander kleur licht. Het toont aan of je wegkijkt of juist niet. Het kunstwerk daagt de kijker uit om zich eens in de positie van vluchteling te manoeuvreren. Wij kunnen het slechte nieuws uitzetten en doorgaan met ons leven, deze Syrische vluchteling niet. Kunst kan een brug zijn naar een gesprek over beladen onderwerpen.” De kunstwerken kunnen maatschappijkritisch zijn en de toorn van repressieve regimes oproepen. “In Rusland worden pro-Navalny-pieces meteen verwijderd door de overheid.”

Each one teach one

De vraag of cartoons en streetart educatieve waarde hebben, beantwoordt Pope met een volmondig ‘ja’. “Honderd procent zeker. Street-artkunstenaars leveren met hun werk sociaal-maatschappelijk commentaar, of dit nu gaat over een onderdrukkend regime waarin ze leven, over de vluchtelingencrisis of over global warming. Dat kan op allerlei manieren: met superkleurrijk werk, leesbare tekst of juist onleesbaar, heel minimalistisch of cartoonachtig.” Eenieder bepaalt uiteraard zelf wat hij in het kunstwerk ziet, Pope geeft graag context en informatie bij de werken. “Ik geloof erg in het principe each one teach one. Zo koppel ik bij de scholierenrondleiding streetart aan de grotere vragen van de kunstgeschiedenis, zoals: wat maakt kunst kunst?” Hij heeft recht van spreken, want Pope studeerde af op ‘de verkunsting van graffiti’ en verzorgt met zijn alternatieve tours rondleidingen langs graffitikunst in de wijk, langs geslaagde en minder geslaagde pieces. Scholieren kunnen in het museum ook graffiti-workshops volgen. “Streetart is een rebelse kunstvorm. Het geeft een tegengeluid weer en spreekt veel jongeren aan. Je kunt het ook zelf proberen en dan zie je hoe lastig het is om een kloppende en aansprekende piece te maken. Een goed kunstwerk nodigt uit tot discussie en gesprek met relatief weinig middelen.” Zoals de huwelijksportretten van Marten en Oopjen uit 1634 geschilderd door Rembrandt nu een rol spelen in de maatschappelijke discussie over ons slavernijverleden, zo zou dat ook kunnen met geëngageerde graffitikunst, zegt Pope.

Kritische discussie

De streetartcollectie is verdeeld in vijf thema’s, één daarvan heeft het kopje ‘bewust’: “Die gaat over hoe streetart actuele thema’s onder de aandacht probeert te brengen met kunstwerken die gaan over de stijgende zeespiegel of over racisme. Kijk, neem deze installatie Welcome carpet over hoe gastvrij we eigenlijk zijn, of ga eens voor het spiegelkunstwerk staan van twee Iraanse broers die met hun kunstwerk vragen oproepen over de positie van vluchtelingen wereldwijd. Deze twee kunstwerken kunnen zó als vertrekpunt dienen voor een kritische discussie over hoe we met onze medemens omgaan.”

De straattour duurt normaal gesproken twee tot drie uur, nu lopen we een stukje ervan. We wandelen in de stromende regen, maar dat kan Pope’s enthousiasme niet drukken: “Ik geef een stuk geschiedenis mee, vertel hoe vanuit de Verenigde Staten vanaf de jaren ’80 de break-dancecultuur de streetart en paintings groot maakte en hoe een straatkunstenaar als Keith Haring wereldberoemd werd. Hij was de Banksy van die jaren. In Nederland was er al vanaf de jaren ’70 een homegrown-punkcultuur waarin punkers op muren bandnamen kalkten of hun handtekening zetten. Graffiti was voor veel jongeren een uitlaatklep. Een Nederlandse galeriehouder zag al begin jaren ‘80 de waarde in van streetart en cureerde in 1982 een graffiti-tentoonstelling in het museum Boijmans van Beuningen. De verzamelaars rukten het werk bijna uit zijn handen.” Straatkunst is democratisch, zegt Pope. “Kunstenaars hebben geen galerie of museum meer nodig, alleen een leeg stuk muur. Zij bepalen waar de buzz ontstaat. Het is de enige kunstvorm zonder filter. En door social media kunnen ze hun werk ook gemakkelijk wereldwijd verspreiden. Als je jezelf goed weet te branden, weten de galeries je zo te vinden. Het kan ook nog steeds gevaarlijk zijn, zeker als je spuit op trein- en metrowagons of als je in een dictatoriaal land woont. Streetart is de stem van de ongehoorde.”

Spiegel

We lopen over het rommelige terrein van de werf, Pope zegt bij een beklad stuk muur: “De muur was net schoongespoten, nu is ‘ie alweer vol graffiti. Heel slechte trouwens. Ik heb die gastjes zien lopen die het deden, jochies van 14 of 15 jaar.” Lachend: “Die hebben nog veel te leren. Maar misschien hangen hun werken over een aantal jaar wel bij ons in het museum. Als ze tof werk maken…”

En hoe liep het af met de twee Iraanse kunstenaarbroers van het eerder genoemde spiegelkunstwerk? “Die zijn gevlucht naar de Verenigde Staten, waar ze politiek asiel hebben aangevraagd.” Het regime in Iran wilde liever niet in de spiegel kijken.

Meer info: www.alltournative-amsterdam.com, straatmuseum.com/en 

Cookie toestemming
Om de gebruikerservaring te verbeteren gebruiken wij geanonimiseerde analytische cookies.